11 April






Zondag 11 april
De blogspot heeft een tijdje moeten wachten op een bijdrage maar hier zijn we weer. We zijn twee dagen bij Maree en David gebleven en hebben uiteraard veel bijgepraat over onze ervaringen in Nieuw Zeeland en over hun reis naar Spanje met onze camper. De laatste avond hebben we volgens Nieuw Zeelandse traditie fish en chips gegeten en het was echt lekker. Het zag er helemaal niet uit zoals de fish and chips in Engeland. De volgende dag voert Maree ons naar Wellington waar we een hotel geboekt hebben. Het blijkt een fantastisch hotel te zijn. Voor amper 40 euro hebben we een grote kamer met balkon, met een grote badkamer, een volledige ingerichte en uitgeruste keuken, een wasmachine en droogkast en strijkijzer – zelfs het waspoeder, de koffie en afwasproduct ligt klaar op onze kamer. De zon brandt in Wellington en het is heerlijk om langs de haven te wandelen. We missen wel de terrasjes want Wellington is duidelijk een stad die alleen leeft tijdens de kantooruren. Het is de administratieve hoofdstad van NZ en je vindt er dus alleen ministeries en ambtenaren die in het WE naar huis trekken en dus blijft een lege stad over. Maree heeft ons overtuigd om zelfs bij dit mooie zonnige weer het nationaal museum te bezoeken: Te papa. Wat een mooi en indrukwekkend museum. Het concept doet mij denken aan het Museum voor Technologie in London. Het is een actiegericht en zelfonderzoekend concept. Zo is er een afdeling van “vernietigende natuurfenomenen” waar ze oa de gevolgen van aardbeving verduidelijken. Zo moet je zo hard mogeelijk springen op een paneel en kijken welke schok dit teweegbrengt in vgl met de schaal van richter. Er is ook een huis waar je binnen kunt gaan en die plots begint de schudden en te beven. En zo is gans het museum opgavat – 4 verdieping allemaal verschillende thema's. Enfin in één woord: de moeite waard. 's Avonds koken we in onze goed uitgeruste keuken een heerlijke maaltijd en een paar uur later loopt de wekker af – tijd om naar de luchthaven te gaan.
Terug in Brisbane pikken we onze huurauto op en rijden we naar Maroochydore – het lijkt bijna op thuiskomen. We herkennen alles. Rod en mimie zwaaien en knuffelen ons wanneer we het appartment binnenkomen. Ook nu is het tijd om bij te kletsen. De volgende dag gaan Nico en ik naar de kapper – ons blond vliegt op de grond. Woensdagmorgen ... we vertrekken met de camper richting Kenilworth – het water valt met bakken uit de lucht. Wij rijden door naar Brisbane – rijden eens langs de luchthaven zodat we zeker zijn dat we vrijdagmorgen parkeerplaats kunnen vinden voor onze camper. We zijn beiden duidelijk gespannen en wanneer we niet meteen een parkeerplaats vinden loopt de spanning gedurende een paar minuten op. Gelukkig kunnen we beiden alles heel goed relativeren en een paar minuten later lachen we met onze eigen dommigheden. Nog boodschappen doen want alles is gesloten op Goede Vrijdag, Pasen en Paasmaandag. 's Nachts heb ik nog een sms naar Wibe gestuurd om te vragen of ze goed aangekomen is in Singapore maar we hebben geen sms'je teruggekregen – en wanneer we meer dan uur staan te wachten aan de arrivals en nog steeds geen Wibe of Harm zien beginnen we beiden ongerust te worden. Plots krijg ik een sms van Harm: Wibe haar bagage is verloren. Dat is echt niet leuk. De eerste grote reis met het vliegtuig en meteen je bagage verloren: we voelen echt met haar mee. Maar dan plots verschijnen ze daar. De ontlading bij beide is groot want na 7 maanden is het toch wel fijn dat we niet alleen hun stemmetje horen maar ze ook nog eens kunnen vastpakken. De bagage ligt blijkbaar in London Heathtrow (typisch!) maar binnen de 24h wordt ze aan huis geleverd. Wibe roefelt eventjes in mijn kleren en vindt iets dat een beetje past. We rijden naar de zee voor ons eerste buiten-ontbijt. Wibe is verbaasd wanneer iedereen haar eventjes goeiedag zegt of aanspreekt. Ja dat is Australia!
We rijden eerst naar de glasshouse mountains waar we overnachten want de volgende dag gaan we naar Australia zoo, de beroemde zoo van Steve Irwin, Crocodile Hunter. Wanneer we om 8h30 de zoo binnenwandelen valt ons meteen op hoe verzorgd deze zoo is. We hebben al behoorlijk wat dierentuinen bezocht maar dit is werkelijk tot in de puntje verzorgd. De leefruimtes van de beesten zijn gewoon over de top verzorgd. Het meest indrukwekkend zijn natuurlijk de krokodillen – allemaal gevangen door Steve Irwin. Uiteraard willen de show met de krokodillen zien. Maar gezien het paasvakantie is moeten we eerst vrede nemen met een optreden van Bindi, de 12-jarige dochter van Steve Irwin die beslist heeft om even beroemd te zijn zoals haar vader. In een K3-achtige show probeert ze alle kinderen (lees meisjes in pink) mee te laten dansen en zingen met haar liedjes. Gelukkig naar een half uur begint de show. Twee dierenverzorgers (allemaal gesponsord door Columbia – kledijfabrikant) waden door het water met een 4m lange python. Daarna komen Terri (vrouw van), Bindi (dochter van), Robert (5-jarige zoon van) en Wes (best mate van) de arena binnen – gevolgd door een gigantische krokodil. Je weet dat ze deze show dagelijks opvoeren en toch ziet het er uit – zeker wanneer je Wes door het water ziet stormen met een krokodil achter hem aan – je ziet de spanning op zijn gezicht. Uiteindelijk brengen we 7h in de Zoo door en nog hebben we niet alles kunnen doen. Andere hooogtepunten waren zeker het strelen van kangeroes, knuffelen van een koala, het zien van een wandelende wombat aan een leiband, voetballende wombats.
's Avonds rijden we door naar Maleny waar we de nacht zullen doorbrengen bij Cheryl en Lloyd – twee vrienden van Paul en Irene die daar ook zullen zijn. Iedereen komt naar ons toegelopen wanneer we hun erf oprijden en weeral wordt een geknuffeld. 's avonds zitten we met zijn allen aan het kampvuur en hebben we een barbie (BBQ) en verstomd Harm iedereen wanneer hij drie groene klinkers (gevulde chocolade toffees) na elkaar in zijn mond heeft. Blijkbaar is het de traditie dat iedereen een klinker uit de zak neemt en erin bijt en kijkt welk kleur het heeft – en iedereen hunkert naar de groene maar heeft steeds een roze, blauwe, witte. Maar niet Harm hij neemt er drie en alledrie zijn ze groen. Hij heeft geschiedenis geschreven in Maleny. Er kruipen 's nachts nogal wat slangen rond in Maleny dus slapen wij voor alle zekerheid in de tent en slapen Wibe en Harm in de camper.
De volgende dag rijden we naar Mount Coorooro – king of the mountain. De berg is 440meter hoog maar kent een zeer steile klim. Wibe, Harm en Nico beklimmen deze terwijl ik beneden de wacht hou. Na amper 1h30 minuten kunt Harm naar beneden gelopen, Wibe en Nico komen 15 minuutjes laar aan de eindstreep. Wanneer we hen vertellen dat ze een wedstrijd houden op deze berg en dat de snelste het in 19minuten (op en neer) doet zeggen ze beide “zot” en dat is het ook.
De volgende dag staan we weer om 6h30 op want om 7h moeten we in Tin can bay zijn. Dit is een onogelijk klein vissersdorpje waar 40 jaar geleden een gewonder dolfijn is aangespoeld. De vissers hebben deze dolfijn verzorgd. De dolfijn is wanneer ze genezen was blijven komen en de bewoners bleven de dolfijn met de hand voederen. Ondertussen is deze dolfijn doet maar de kleinkinderen van deze dolfijn komen net zoals hun grootmoeder naar de waterkant en laten zich met de hand voederen. Elke morgen tussen 7h en 10h komt één of twee dolfijnen.
Nadien ontbijten we in het park – op de barbie maken we eitjes klaar – daarna rijden we door naar Bundaburg waar we naar een camping rijden aan zee. Wibe heeft meteen het bodyboarden onder knie en ze pakt de ene golf na de andere. Bij Harm duurt het iets langer maar plots heeft hij het ook onder de knie en surft hij met zijn bodyboard over de golfen als een volleerde aussie.
De volgende dag zou ik het best kunnen omschriven als de pechdag van de vakantie. De campground waar we naar toe willen is nog steeds volboekt dus moeten we zoeken naar iets anders. In hetinformatiecentrum raden ze ons een camping in Agnes Water aan. In het informatiecentrum horen we ook dat een chinese boot is vastgelopen op het rif en olie verliest dus dat snorkelen in Rockhampton niet zal lukken. Als we willen snorkelen moeten we het hier doen – ongeveer 4 keer zo duur als in Rockhampton. We beslissen vlug om toch hier te snorkelen. We zijn opgelucht wanneer we horen dat ze een plaatsje op de camping hebben maar vallen achterover wanneer ze ons vertellen wat de prijs is voor één nacht. Normaal gezien betaal 20$ per nacht – hier vragen ze 49$ plus 10$ per extra persoon. Ik zeg dat we met drie zijn want ik vind het ongehoord dat ze zoveel geld vragen. Bovendien blijkt dat ze geen warm water hebben om de afwas of de was te doen en dat ze geen internet hebben. Dan maar gaan boeken. Er zijn twee firma's die snorkeltrips aanbieden – de eerste waar we binnen stappen heeft geen trips op woensdag – dus dan maar naar de andere die iets duurder is. Oef we kunnen boeken. We betalen voor ons vieren en genieten van de zon en het strand (en het bodyboarden). 'S avonds krijgen we plots een telefoontje dat de snorkeltrip niet doorgaat want dat de tweede boot kapot is. Het eerste moment ben je zo in je mond geblazen dat je niet weet wat te zeggen, maar na het zien van de ontgoocheling op Wibe en Harm hun gezichten besluit ik om het daar niet bij te laten dus bel ik terug. Een uur later opluchting want de andere maatschappij neemt ons mee op hun boot : hoera-geroep bevestigt de opluchting.
De volgende dag staan we dus weer om 6h30 op want om 7h30 moeten we de boot op. We mogen mee met de Narcosis en kapitein Don – een klein duikersschip die zee basic is uitgerust maar dat vinden we nu eventjes niet erg. We varen om 8h uit en botsen op de hoge golven – de zee is echt wild. Na een half uurtje zien we het moederschip (een grote catamaran) dobberen op zee. Onze kapitein probeert te weten te komen wat er gebeurt – na veel vijfen en zessen blijkt dat de motor van de catamaran het begeven heeft en dat ook wij moeten terugkeren want gezien deze boot gezchartered is hebben ze niets bij zich (geen eten, geen snorkels). Dus weerom ontgoocheling ... na bijna 2h varen op woelige zee varen we de haven terug binnen en seint de kapitein van de catamaran dat we terug mogen vertrekken want dat de boot vermaakt is. Denarcosis maakt rechtsomkeer en terug varen we over de meer dan 2 meter hoge golven. Beneden is iedereen ziek – maar wij zitten vanboven en overleven de 2H30min tocht zonder zeeziek of kotsen! Aangekomen springen we onmiddellijk het sop in. De eerste keer snorkelen is niet zo evident: het is beklemmend om door de snorkel te ademen en je moet echt wel de techniek vinden om zo weinig mogelijk te bewegen – enkel de flippers zachtjes heen en weer te bewegen maar na een tijdje hebben zowel Wibe als Harm the knack of it en genieten ze van de kleurrijke vissen en zelfs de seaturtles die onder ons door zwemmen. Het was al bij al echt een memorabele dag en het snorkelen boven de reef is buitengewoon!
De volgende dag rijden we naar Wongi State park – niet echt een in drukwekkend park – daarna rijden we naar Kilkivan Bush camp waar we een wandeling van 16km naar het stadje doen waar een grootse paardenspektakel is opgezet. Wibe houdt er alvast enkele blaren aan over maar we hebben op onze wandeling wel een kangeroe gezien. 's Avonds bakken we een biefstuk op ons kampvuur en blijven we nog enkele uurtjes keuvelen aan het kampvuur.
Daarna rijden we naar Bunya Mountains NP waar we verwelkomt worden door kangeroos en Bruce en Jenny (en jawel weer wordt er geknuffeld). Harm en Nico doen een fietstochtje en komen halfdood terug want het stijgingspercentage was toch iets hoger dan gedacht, terwijl Wibe haar cursus handelsrecht erdoor jaagt en ik de foto's op de laptop zet.